De modo legendi statuta et evangelia per totum annum in colloquio

Handschriften

Brussel, Koninklijke Bibliotheek

signatuur 10858
deel van [Constitutiones Carthusianorum]
folia fol. 2v-3r
biblioref. [Hendrickx 1984b]163-164
[Pil 1951] 36-37
opmerking In [Hendrickx 1984b]163-164 wordt gezegd dat deze tekst handelt "over het lezen van de statuten met toepasselijke evangelieteksten gedurende het kerkelijk jaar in de kapittelvergadering". Dit gebeurde niet in de kapittelvergadering, maar wel in het colloquium. In Guigo’s Consuetudines, cap. VII (De officio dominicali) handelt art. 9 onder meer over Post nonam in claustrum convenimus. Dit betekent dat de monniken op zon- en feestdgen na het zingen van de none samenkwamen in het kloosterpand1 en vóór de gemeenschappeljke recreatie enkele teksten uit de statuten en het evangelie lazen. [Laporte 1965]147-148 verklaart hierover: “La lecture des Statuts était bien rattachée au colloque de None, ainsi que celle de l’Évangile, qui semble ... avoir été plus anciennement établie dans l’Ordre que celle des Coutumes ou des Statuts”. Zie ook [Gaens & De Grauwe 2006]49. — © Frans Hendrickx.