Ambrosius Mediolanensis: Exameron, De paradiso, De Cain et Abel [I]

Brussel, Koninklijke Bibliotheek

signatuur 1782-84
folia [3] + 105 + [2] folia
titels Exameron libri six (fol. 1v-70v)
De paradiso (fol. fol. 71r-88v)
De Cain et Abel libri duo (fol. 88v-105r)
herkomst onbekend
datering 10e-11e eeuw
latere bezitters Zelem: kartuizers1
Leuven: jezuïeten (einde 16e eeuw-17e eeuw)2
M.B. (vanaf begin18e eeuw)3
biblioref. Cat. KB Brussel, dl. 2, 1902, 34-35 (nr. 951)
[Hendrickx 1983b]
internetref. www.archive.org/stream/cataloguedesmanu02brusuoft#page/34/mode/1up
opmerking Op fol. 1r in de uiterste bovenrand staat er: "*** sancti [Ja]cobi Leo[diensis]". Uit de aanvulling van wat logisch zou kunnen ontbreken ontstaat het vermoeden dat dit handschrift zo niet herkomstig, dan toch in een vroeg stadium in het bezit is geweest van de Sint-Jacobsabdij te Luik. Deze benedictijnenabdij werd gesticht kort na 1013, zowat de periode van de totstandkoming van het manuscript.
Uit de twee inhoudsopgaven (fol. 1r, daterend uit de ontstaansperiode van het handschrift; fol. [2]v voorin, 14e/15e eeuw) blijkt dat bovendien de Historia ecclesiastica gentis Anglorum van Beda Venerebailis († 735) aanvankelijk deel uitmaakte van het manuscript. De oorspronkelijke aanwezigheid van deze Engelse (kerk)geschiedenis in het handschrift zou ook mogelijk kunnen verklaren dat dit in Engeland is ontstaan. Het tijdstip waarop het werk van Beda uit het handschrift werd verwijderd is niet duidelijk. Ofwel gebeurde dit vóór het aankwam in de kartuis van Zelem na het eerste kwart van de 14e eeuw. Op dat ogenblik werd vastgesteld dat het werk in het manuscript ontbrak en heeft men de titel "Be[da] in gestis Anglorum" in de inhoudsopgave op fol. [2]v voorin doorgeschrapt. Ofwel werd het werk in de kartuis van Zelem uit het manuscript verwijderd later in de 14e of in de eerste helft van de 15e eeuw, omdat zijn inhoud niet paste in de context van de andere exegetsiche geschriften en bovendien vanuit plaatselijk kerkhistorisch standpunt onbelangrijk was. Ten gevolge hiervan werd de titel in de inhoudsopgave op fol. [2]v voorin doorgehaald en werd een nieuwe inhoudsopgave samengesteld op een stuk papier dat werd ingeplakt op fol. [3]r voorin. — © Frans Hendrickx.
  • 1. Eigendomsnotitie op fol. [2]v voorin, [3]r voorin, 1v ondermarge.
  • 2. Eigendomsnotitie op fol. 1r, 1v en 2r bovenmarges. In 1628 vermeld in het bezit van het jezuïetencollege te Leuven door Franciscus Sweertius, Athenae Belgicae sive Nomenclator Infer. Germaniae scriptorum ..., Tungris [Tongeren] & Antverpiae [Antwerpen] 1628, [716], en in 1641 door Antonius Sanderus, Bibliotheca Belgica Manuscripta sive Elenchus universalis codicum mss. in celebrioribus Belgii coenobiis, ecclesiis, urbium, ac privatorum hominum bibliothecis adhuc latentium, dl. [1], Insulis [Lille] 1641, 325. — Betreft het Leuvense jezuïetencollge, zie de algemene notitie die de lijst van de in deze kartuizerbibliotheek bewaarde geschriften voorafgaat: http://www.cartusiana.org/?q=node/4324.
  • 3. Eigendomsnotite op fol. 1r en 2r bovenmarges. — Betreft het Museum Bellarminianum S.J., zie de algemene notitie die de lijst van de in deze kartuizerbibliotheek bewaarde geschriften voorafgaat: http://www.cartusiana.org/?q=node/4324.