Zeelhem en de Huygensen

Documentbezorger: Tom GAENS.
Bronvermelding: Tom GAENS, Zeelhem en de Huygensen, in: Ledenblad van vzw Vrienden van het Sint-Jansbergklooster, 9 (2005) nr. 1, p. 7-8.
Datum van plaatsing: 19.06.2007.
Adres documentbezorger: tom.gaens@gmail.com



Op 15 november 2004 werd Pim Fortuyn tot Grootste Nederlander uit de geschiedenis verkozen. Fortuyn liet in deze populariteitspoll illustere figuren zoals Leeuwenhoek, Willem van Oranje, Erasmus, Van Gogh en Rembrandt ver achter zich. Op de twaalfde plaats eindigde Christiaan Huygens, de natuurkundige en astronoom, zoon van staatsman en dichter Constantijn Huygens. Christiaan kwam onlangs opnieuw in het nieuws toen de Cassini-Huygens ruimtesonde van de Europese ESA – na een zeven jaar durende reis – succesvol landde op de door Huygens ontdekte maan Titan.
Weinigen weten dat vader en zoon Huygens de titel "heer van Zeelhem" droegen. Hoe de Huygensen in handen van Zelem kwamen, leest u verderop in deze tekst.

Wie waren Constantijn en Christiaan Huygens?

Constantijn Huygens (4 september 1596 - 28 maart 1687) was een staatsman, geleerde, componist, en is vooral bekend als één van de grootste dichters uit de Gouden Eeuw. Hij was tevens secretaris van Frederik Hendrik van Oranje-Nassau en stadhouder van Willem II. Constantijn sr. wilde dat zijn zonen, Constantijn jr. en Christiaan, zich zouden ontwikkelen tot rechtsgeleerden, zodat zij de familietraditie konden voortzetten en hoge ambtenaren worden. Na de dood van stadhouder Willem II in 1650 werden zijn aanhangers echter van het kussen geduwd; dat was een streep door de rekening van vader Huygens.
Christiaan Huygens (14 april 1629 - 8 juli 1695) was echter door wiskunde en natuurkunde gebeten en zou zich ontwikkelen tot een wereldvermaard astronoom en natuurkundige. Door toedoen van zijn vader kwam Christiaan in contact met de hoogste wiskundige kringen van zijn tijd. Zijn onderzoekingen naar val- en slingerbewegingen, cirkelbewegingen en botsingen waren baanbrekend. Huygens bestudeerde de slingerbeweging en in 1656 had hij een patent op het eerste slingeruurwerk. Zo werden klokken dankzij zijn slinger veel nauwkeuriger. Samen met zijn broer Constantijn jr. ontwikkelde hij een lens waarmee hij de ringen van Saturnus en de maan Titan ontdekte. Ook op het gebied van de muziektheorie was hij actief. Hij ondertekende zijn wetenschappelijk werk standaard met CHDZ, een afkorting voor "Christiaan Huygens de Zeelhem" (en dus niet van Zuylichem).

Wanneer was wie heer van Zelem?

Constantijn Huygens de Oudere, heer van Zuylichem en Monnikenlandt, kreeg in 1645 Zeelhem in pandschap van Frederik Hendrik van Oranje-Nassau. Zelem was al sinds 1499 in het bezit van de Nassaus – in dat jaar kwam de heerlijkheid samen met Diest en Zichem door ruil in het bezit van Engelbert, graaf van Nassau. Eén van zijn opvolgers, Robert van Châlon, voerde ook de titel Prins van Oranje. Diest bleef als Oranje-stad eigendom van het huis Oranje-Nassau tot 1795, toen de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk werden aangehecht. U weet wellicht dat de oudste zoon van Willem van Oranje, Filips-Willem, in Diest in de Sint-Sulpitiuskerk begraven ligt en dat de huidige Nederlandse koningin vandaag nog steeds de titel "Vrouwe van Diest" draagt.
Huygens nam de Diestenaar Daniël Cools (1592-1653) als rentmeester in dienst voor 50 gulden per jaar (een hoog bedrag) en met de voorwaarde dat Cools' zoon zijn vader mocht opvolgen na diens dood. Daniël Cools sr. nam voorheen al de zaken waar voor de Oranje-Nassaus in de streek, en bewoonde het huis "De Groote Roos" op de Grote Markt in Diest. Zijn zoon Daniël Cools jr. (1629-1680), notaris, zette het werk van zijn vader verder. Cools jr. kwam om het leven tijdens een jachtpartij in Zelem.
Huygens was zeer tevreden over het werk van Cools en voegde in 1651 volgende staat bij zijn aantekeningen:

Quartieren van Zeelhem, volgens N. Jansz. 5. Jun. 1651, et alios in loco, 1657.
Zeelhem is daer de Kerck, het Clooster ende de Kerk in staen,
Hees, daer de molen state, heeft 16. huysen.
Hettenroy, het uyterste quartier van Hees, ten Noorden eenen hooghen Bergh.
N. die van Caggevinne willen sustineren, doch t'onrechte, dat den Hettenroyschen Bergh onder haer hoort, daer sy hem toch niet begaen en konnen sonder over den Zeelhemschen Bodem te passeren. Heeft 8 huysen.
Vinnenbroeck ofte Venne in 't Zuyder quart. van Zeelhem heeft 3 huysen. Hier in staet de schans daer de Pastor in woont.
Bakel heeft maer 2 huysen.
Colenbergh 2 huysen.
D'oude schans by het Paenhuys 8 huysen.
De nieuwe schans tusschen de Capel en Vennenbroeck 25 huysen.
In als 72 Huysen.

In 1651 schonk Constantijn Huygens Zelem aan zijn oudste zoon Constantijn jr. – misschien alleen de titel. Kort na de dood van Constantijn sr. werd Constantijn jr. heer van Zuylichem en Monnikenlandt, en kon Christiaan zich heer van Zelem noemen. Toen Christiaan Huygens stierf, werd Zelem bij testament verloot (!) onder de derde generatie. De heerlijkheid Zelem werd verder overgeërfd in de daarop volgende generaties Huygens, tot aan de Franse Revolutie.

Constantijn Huygens op Sint-Jansberg

Van Constantijn Huygens is geweten dat hij minstens tweemaal in zijn leven in Zelem vertoefde. Op 28 september 1649 schrijft hij in zijn dagboek: "Ik neem mijn Zeelhem in oogenschouw en gebruik daar het middagmaal bij de Karthuizers".
Hij ontmoet hier ook amateur-astronoom en priester Godfried Wendelen (Vendelinus, 1580-1667), met wie hij later druk correspondeert. Huygens schakelt ondermeer Daniel Cools in om informatie te zoeken om Wendelens (overigens waanzinnige) theorie over de Salische Franken te ondersteunen. Wendelen, geboren te Herk-de-Stad, studeerde in Doornik en Leuven. Vanaf 1619 werd hij parochie-priester in Geetbets en Herk-de-Stad, later officiaal van de kathedraal te Doornik. Huygens schrijft in december 1655 aan Wendelen: "Het is nu zes jaar geleden dat ik u gesproken heb te Zeelhem".
Constantijn Huygens beschrijft zijn tweede (gekende) bezoek aan Zelem op 13 juli 1657: "Ik gebruik het middagmaal te Hasselt en neem de nachtrust bij de Karthuizers te Zeelhem".
Van zoon Christiaan Huygens, die slechts acht jaar heer van Zelem was, is niet geweten of hij ooit "zijn Zelem in ogenschouw nam". Wellicht had hij meer oog voor de ringen van Saturnus.