Gods eenzame zwijgers. De spirituele weg van de kartuizers

Tim PEETERS, Gods eenzame zwijgers. De spirituele weg van de kartuizers. Gent, Carmelitana, 2007. 24 x 16 cm, (4)-II-189-(1) p., ill.

Recensent (1): Johan BONNY
Publicatie: Collationes. Vlaams tijdschrift voor theologie en pastoraal, 38 (2008), 230-231
Datum van plaatsing: 28.09.2009
Adres recensent: secretariaat.bisdom.antwerpen@kerknet.be

Naar de film Into Great Silence van de Duitse cineast Philip Gröning gaan zien, is een bijzondere ervaring. Het vraagt van de welwillende kijker een ongewone oefening om lange stiltes te doorstaan, eindeloze herhalingen niet euvel te duiden, in woordeloze gebaren echte menselijkheid te zien en achter kale witte muren de warmte van Gods liefde te vermoeden. Wie voor of na de film beter wil begrijpen waar het bij de kartuizers om gaat, kan het nieuwe boek ter hand nemen van Tim Peeters over "De spirituele weg van de kartuizers". De auteur begint zijn verhaal bij Sint Bruno (ong. 1030-1101), die eerst het moederklooster van La Grande Chartreuse bij Grenoble stichtte en nadien het kartuizerklooster van Santa Maria della Torre in Calabrië. Vervolgens stelt de auteur de regel van de kartuizerorde voor, meer bepaald het "Gewoonteboek van de kartuizers", geschreven door prior Guigo I tussen 1121 en 1128. Het derde en omvangrijkste deel van zijn boek wijdt de auteur aan de spirituele weg van de kartuizers: een spiritualiteit van de woestijn.

Diverse thema's komen uitvoerig aan bod: een leven in stilte en eenzaamheid, de woestijn als bijbels ideaal, de materiële vormgeving van eenzaamheid en afzondering, het ritme van dag en jaar, de beleving van ascese en armoede, de ervaring van lusteloosheid en volharding, het liturgisch leven, de geestelijke lezing en de opleiding van de kartuizers. Bij elk van deze thema's laat de auteur zich uitvoerig leiden door getuigenissen van directe betrokkenen uit verleden en heden. De lezer met interesse voor de geschiedenis van de spiritualiteit vindt ruimschoots citaten uit de geschriften van sint Bruno, het Gewoonteboek van de kartuizers, de priors Guigo I en Guigo 11, Dionysius de Kartuizer, Willem van Sint-Thierry, Bernardus van Portes, e.a. De lezer met interesse voor hedendaagse getuigenissen vindt uitgebreide citaten van Marcellin Theeuwes, generale prior van de kartuizerorde, en van diverse anoniem gebleven kartuizers.

De auteur weet dat het levensdoel en de levenswijze van de kartuizers voor gewone mensen van vandaag meer vragen dan antwoorden oproept. Hij neemt dan ook uitvoerig de tijd om deze vragen te duiden en te beantwoorden, niet zozeer van buitenaf, maar van binnenuit. Hij gaat te rade bij de onmiddellijke betrokkenen zelf, bij wat kartuizers van vroeger en nu over hun leven gezegd en geschreven hebben. Hun uitvoerige citaten dienen als getuigenis, niet als bewijs. Zoals de film van Gröning, gaat ook het boek van Peeters schroomvol om met het mysterie van Gods nabijheid in een levensweg van stilte en afzondering, een levensweg die de gebruikelijke criteria van nuttigheid en zinvolheid overstijgt. Het boek geeft inzicht in een bijzondere roeping en levenswijze, genesteld in de cartografische marge en toch ook helemaal in het mystieke hart van de kerk. Vermelden we nog dat het boek geschreven is in een heldere en toegankelijke stijl. Enkele mooie foto's verluchten het boek. Samengevat: een waardevolle publicatie over al wie de kartuizers beter wil leren kennen.

Recensent (2): Stefaan CALSTER
Publicatie: Emmaüs. Een blad voor wie met Christus door de tijd wil gaan, 39 (2008)
Datum van plaatsing: 28.09.2009.
Adres recensent: —

Geen enkele kloosterorde binnen de rooms-katholieke Kerk spreekt zo tot de verbeelding als de strenge en gesloten kartuizerorde, gesticht in 1084 door de heilige Bruno in het Chartreusegebergte bij Grenoble. Het grote succes van de film Into Great Silence (2006) is hiervan een actueel getuigenis. Op een sublieme manier slaagt de Duitse cineast Philip Gröning erin om de kijker voor een aantal uren met al zijn zintuigen onder te dompelen in het leven van de monniken van La Grande Chartreuse, het moederklooster van de orde.

Al meer dan negen eeuwen leven de kartuizers ononderbroken op het ritme van oeroude monastieke tradities en rituelen. Het zijn kluizenaars in de meest oorspronkelijke betekenis van het woord: eremieten — afgeleid van het Griekse woord erèmos: eenzaam, verlaten — die zich terugtrekken in de woestijn, om te delen in de woestijnervaring van Jezus zelf. Ze treden in de voetsporen van de woestijnvaders uit de vroege kerkgeschiedenis. Ook zij zochten God immers op een plaats waar niemand Hem dacht te vinden: te midden van de levenloze en dorre woestijn. Waar voor de meeste tijdgenoten het begrip 'eenzaamheid' uiterst negatief en beangstigend klinkt, hebben de kartuizers er net hun levensideaal van gemaakt. Voor hen is de eenzaamheid dé bevoorrechte bron van geluk en hun eigen, unieke weg naar God.

Wie zich graag wil verdiepen in de spirituele fundamenten waarop deze orde van kluizenaars is gebouwd, moet beslist het boek Gods eenzame zwijgers. De spirituele weg van de kartuizers (186 blz.) lezen, dat in de nazomer van 2007 bij Carmelitana te Gent werd uitgegeven. Auteur Tim Peeters, priester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, schreef deze studie op basis van zijn licentiethesis over de geschiedenis van de kartuizerorde en zijn talrijke persoonlijke ontmoetingen met kartuizermonniken in verschillende Europese kloosters.

In zijn boek — met een voorwoord van de hand van een kartuizer uit La Grande Chartreuse — graaft Peeters naar de diepste spirituele fundamenten waarop de kartuizerorde is gebouwd: eenzaamheid en stilte, afzondering en eenvoud, contemplatie en gebed, ascese en volharding. Hij geeft bovendien een bloemlezing uit de originele geestelijke geschriften van de kartuizertraditie, zoals de brieven van de heilige Bruno, het Gewoonteboek (Coutumes de Chartreuse) en de actuele ordestatuten, de werken van de middeleeuwse Vlaamse kartuizer Dyonisius en getuigenissen van monniken uit de 21ste eeuw. Tal van deze unieke teksten verschenen nooit eerder in het Nederlands.

In een eerste hoofdstuk wordt een uitgebreide biografie van de heilige Bruno en de stichting van de kartuizerorde geschetst. Wat bezielde deze hoog intellectuele en befaamde kanunnik en magister aan de kathedraalschool in Reims, leermeester en raadgever van paus Urbanus II, om zich met enkele volgelingen als kluizenaar terug te trekken in het hooggebergte van het Chartreusemassief, een barre en verlaten woestenij van ondoordringbare naaldwouden, ruige rotsen, diepe ravijnen en sneeuw? Vooral zijn brieven en zijn geloofsbelijdenis openbaren een glimp van zijn diepste zielsverlangen.

In een tweede hoofdstuk wordt de historische vormgeving van de regel en het bestuur van de kartuizerorde weergegeven. De 'architect' hiervan is Guigo I, de vijfde prior van La Grande Chartreuse, die aan het primitieve ideaal van Bruno de juridische en organisatorische vorm heeft gegeven die de eeuwen trotseerde. Cartusia numquam reformata, quia numquam deforrnata (De kartuizerorde werd nooit hervormd, omdat ze nooit misvormd werd) is een bekende — hoewel lichtjes overdreven — spreuk die op de ononderbroken continuïteit van de kartuizertraditie zinspeelt.

Het laatste hoofdstuk is aan de eigenlijke spiritualiteit van de kartuizers gewijd. Peeters geeft weer hoe de spiritualiteit van de woestijn in de kartuizerorde een heel eigen vorm heeft aangenomen. Drie concentrische cirkels zijn rond de eenzaamheid en de stilte van de individuele monniken gebouwd: het territorium van de woestijn (het domein van het klooster), de kloostermuren en de muren van de kluis. Deze cirkels beschermen een heilig middelpunt, namelijk het hart van de monnik, waar hij God ontmoet. Het monotone levensritme, de harde ascese, het gebed, de liturgie en de lectio divina vormen de steunberen van dit spirituele bouwwerk. Op een boeiende manier beschrijft de auteur de typische architectuur van de kartuizerkloosters en de kluizen, het dagritme, het vasten, de eigen liturgische ritus en de opleiding binnen de kartuizerorde. Ook wordt ingegaan op de Bijbelse betekenis van de woestijn als plaats van eenzaamheid en verbondenheid en op het typische gevoel van lusteloosheid, waarmee elk contemplatief leven vroeg of laat geconfronteerd wordt.

Kortom, in een tijd waarin velen te midden van hun drukke bestaan op zoek zijn naar stilte en onthaasting, kan de lectuur van dit boek de aanzet zijn tot een spirituele herademing.

Recensent (3): Giuditta HRADECKÁ O.C.S.O
Publicatie: Collectanea Cisterciensia. Revue de spiritualité monastique, 75 (2013), 224-225
Datum van plaatsing: 10.10.2013
Adres recensent: —
Zie bijlage

BijlageGrootte
PDF-pictogram Recensie_Hradecká.PDF296.6 KB