Henricus de Langenstein, Wenceslaus de Kaplice, Joannes Rusbrochius ... [MS. Herne]
biblioheca | Brussel, Koninklijke Biblioheek van België |
sectio | Handschriften |
codicis numerus | 4935-43 |
foliorum numerus | 192 f. |
scriptor | D. L. G. (?) |
origo | Herne: kartuizers1 |
datatio | s. XV in. (1408/09 ?) |
biblio | - Cat. KB Brussel, dl. 3, 1903, 457-458 (nr. 2384) - Hendrickx, Frans & Jos Andriessen, ‘Johannes Gerson, Epistola prima ad fratrem Bartholomaeum carthusiensem; andere teksten’, in Jan van Ruusbroec 1293-1381. Tentoonstellingscatalogus. Met als bijlage een chronologische tabel en drie kaarten, Brussel 1981, 311-315 (nr. 134) - [Marchal, F.], Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque royale des Ducs de Bourgogne, dl. 1: Résumé historique. Inventaire n° 1-18000, Bruxelles & Leipzig 1842, 99 (= Publications de la Bibliothèque royale de Belgique) - Schepers, Kees (ed.), Joannis Rusbrochii De ornatu spiritualium nuptiarum Wlhelmo Ioradani interprete, adhibita editione preliminaria a Bernard Desoer inchoata, Turnhout 2004, 105-108 (= Corpus Christianorum: Continuatio Mediaevalis, 207) |
annotatio | Wie was de kopiist? Op de keerzijde van het bovengemelde halve schutblad voorin treft men onder de inhoudsogave de letters “D.L.G.” aan. Tenzij deze niet duiden op een vrome opdrachtformule als D[eo] L[aus] [et] G[loria], zouden zij de initialen van de kopiist kunnen zijn, die men logischerwijze in het kartuizerklooster van Herne zoekt. Binnen het gegeven tijdsbestek komt, onder voorbehoud, als enige in aanmerking (Dominus) Gyselbertus van Lederdam, in Herne geprofest ca. 1390 en overleden op 26 oktober 1441; hij is vooral bekend als kopiist van liturgica. Er dient opgemerkt dat zijn initialen in omgekeerde zin staan, alsof hij de lezer wil bemoeilijken om zijn identiteit te achterhalen. – © Frans Hendrickx. |
- 1. “Iste liber est domi capelle ordinis cartusiensis cameracensis diocesis iuxta angiam” (voorin het tweede gehalveerde schutblad recto), “Iste liber pertinet ad domum capelle ordinis cartusiensis iuxta angiam” (f. 59r).