Historia brevis rerum generalium

[Gaens & De Grauwe 2006]134 : Sheen Anglorum te Nieuwpoort, 1626-1783 (Domus Shenensis)
Een groep Engelse kartuizers wilde na de bloedige sluitingen van de Engelse kloosters onder Hendrik VIII, opnieuw het kartuizerleven hervatten. Ze vonden een onderkomen in de Brugse kartuis, waar ze onder gezag stonden van een Vlaamse prior. Wegens de taalproblemen werd in 1562 beslist om de Engelse monnik Dom Maurice Chauncy tot rector te benoemen. Met de steun van Engelse edelen konden de kartuizers een huis kopen in de Sint-Clarastraat en een autonome communauteit vormen. In 1578 werden de kartuizers echter verdreven uit Brugge door Gentse calvinisten. Na wat omwegen belandden ze via Noord-Frankrijk en Namen in Leuven, waar ze een tijdje onderdak vonden bij de Leuvense kartuizers. Rond 1589 trokken ze naar Antwerpen, waar ze niet lang verbleven. Finaal vonden ze een onderkomen in Mechelen in 1591, waar ze met nieuwe giften een huis konden kopen in de Bleekstraat. Na 35 jaar gingen de kartuizers in Nieuwpoort wonen, waarschijnlijk omdat ze hoopten van daaruit nieuwe Engelse leden te werven. Het klooster lag aan de westelijke kant van Nieuwpoort, in de huidige Kokstraat.
Gedurende de zeventiende eeuw ging het klooster stilaan vooruit, zonder evenwel belangrijk te worden. Tegen het einde van die eeuw, slonk echter het aantal Engelse roepingen. Meerdere malen waren de officiales Vlamingen. Een korte heropleving aan het begin van de achttiende eeuw werd opnieuw gevolgd door een vermindering van de roepingen uit Engeland. Toen het klooster werd opgeheven in 1783 met het edict van Jozef II, waren er slechts 3 monniken en 2 broeders.