Joachimus Scoerbroot

Het kartuizerleven van Joachimus Scoerbroot is in enkele schaarse data samen te vatten. Hij ontving in het kartuizerklooster van Leuven het religieuze habijt op 26 juni 1559, een jaar later op 26 juni 1560 deed hij er professie, van 1570 tot 1573 was hij procurator in de kartuis van Sint-Martens-Lierde, hij overleed op 22 januari 1579 in zijn professiehuis, waar hij, mogen we aannemen, de grootste tijd van zijn kloosterbestaan heeft doorgebracht. Men weet niet hoe oud hij was toen hij stierf, omdat zijn geboortedatum ontbreekt. Ook het tijdstip van zijn intrede zegt niets over zijn leeftijd: trad hij in als twintigjarige, de vereiste minimumleeftijd1 of was hij al ouder? De enige zekerheid is dat hij nog geen volle twintig jaar religieus is geweest. Niettemi heeft hij zich voor de kennis van de literaire productie van één der grootste kartuizerauteurs in de Nederlanden op heuristisch gebied verdienstelijk gemaakt.
Joachmus Scoerbroot zou al lang in de vergetelheid zijn geraakt, mocht hij zjn kloosternaam frater Joachimus me[moria] niet duidelijk voor de herinnering aan zijn literaire activiteit hebben genoteerd op fol. 1r in hs. Oxford, Bodlekian Library, Rawlinson C 564, dat luidens de bezitsnota Cartusie Lovan[iensis] in de bovenmarge van fol. 2r heeft toebehoord aan de kartuis te Leuven. Het betreft een lijst met de Tituli librorum Dionysii Cartusiensis.2 Rond Kerstmis 1466 vertoefde de Roermondse kartuizer Dionysius van Rijkel bij de kartuizers te Sint-Kruis bij Brugge en had een opsomming van zijn werken bij zich. Het origineel bestaat niet meer. In het derde kwart van de 16e eeuw kopieerde Joachimus, één van de vijf kartuizers met zo’n kloosternaam die in de Zuidelijke Nederlanden hebben bestaan, dat overzicht op basis van een onbekende legger: hetzij de oorspronkelijke lijst, hetzij een reeds bestaande kopie, die alle niet meer bekend zijn. Zijn exemplaar bleef gedurende de 17e eeuw in de bibliotheek van de Leuvense kartuizers bewaard, totdat het in het begin vande 18e eeuw in het bezit kwam van de Engese bibliofiel Richard Rawlinson († 1755). De antiquarische nalatenschap van deze verzamelaar werd in 1756 overgemaakt aan de Bodleian Library te Oxford.

Biblio +: Prospo Cartusiani BE - J

© Frans Hendrickx